Beperking btw-vrijstelling voor vervoerdiensten in onderaanneming opgeschort
De uitvoer van goederen vanuit België of vanuit een andere EU-lidstaat naar een plaats buiten de EU is vrijgesteld van btw.

De uitvoer van goederen vanuit België of vanuit een andere EU-lidstaat naar een plaats buiten de EU is vrijgesteld van btw. Ook de diensten die rechtstreeks verband houden met zulke uitvoer is niet onderhevig aan btw. Het gaat daarbij o.m. om het vervoer van goederen, laden en lossen, en het opbergen en bewaren van de goederen. Het is van belang dat de dienst verricht wordt met het oog op de uitvoer of m.a.w. om de uitvoer voor te bereiden en/of mogelijk te maken.
Het Hof van Justitie (C-288/16, 29.06.2016) had reeds besloten dat, opdat een vervoersdienst rechtstreeks verband houdt met de uitvoer van goederen, vereist is dat die vervoerdienst rechtstreeks voor de uitvoerder of de ontvanger van de goederen verricht wordt. Dat impliceert dat de btw-vrijstelling slechts toegepast kan worden in de verhouding tussen enerzijds de dienstverrichter en anderzijds de afzender of de ontvanger van de goederen. Bij onderaanneming is dat volgens het Europees Hof van Justitie dus niet mogelijk. De Btw-Administratie volgt die zienswijze.
Aanvankelijk was de inwerkingtreding van die nieuwe regeling voorzien sinds 1 januari 2022, maar dat werd een eerste maal uitgesteld naar 1 april 2022. Op vraag van de vervoersector werd de regeling opnieuw uitgesteld naar 1 september 2022. De fiscus heeft nu te kennen gegeven die regeling voorlopig op te schorten vermits Europa haar zeg nog dient te geven teneinde een uniforme toepassing van de betreffende btw-vrijstelling tussen de EU-lidstaten te garanderen (circulaire 2022/C/72 dd. 19.07.2022).