VVPR-bisregeling: toch geen verlengd wachttermijn vanaf 01.01.2022
Op dividenden is normaliter 30% roerende voorheffing (rv) verschuldigd.

Op dividenden is normaliter 30% roerende voorheffing (rv) verschuldigd. Kmo’s kunnen onder de VVPR-bisregeling echter dividenden uitkeren tegen een verlaagd tarief in de rv van 20% of 15%. Voorwaarde is dan dat het gaat om nieuwe aandelen op naam die sinds 01.07.2013 uitgegeven zijn in ruil voor inbrengen in geld, en men vervolgens een wachttermijn van twee jaar (20% rv) of drie jaar (15% rv) in aanmerking neemt.
In een wetsontwerp dat eind 2021 op tafel lag was er sprake van om die wachttermijn te verlengen. Concreet zou vanaf 01.01.2022 de wachttermijn immers pas ingaan vanaf de volledige volstorting van de inbreng in geld. In eerste lezing door de Kamercommissie goedgekeurde versie is van een dergelijke verlenging van de wachttermijn geen sprake meer. De huidige regeling blijft dus behouden, nl. de wachttermijn gaat meteen in vanaf het boekjaar van de inbreng, ongeacht of deze inbreng al dan niet reeds volstort werd.
Gaan we bv. uit van een kmo-vennootschap die is opgericht op 01.02.2018 met een kapitaal van € 18.550, waarvan € 6.200 is volstort. Het eerste boekjaar eindigde op 31.12.2018. Het derde boekjaar na dat van de inbreng is 2021. Als het niet-volstort gedeelte van € 12.350 volstort wordt vóór de gewone algemene vergadering die in het voorjaar 2022 samenkomt, dan kan dus gewoonweg volgens de huidige regels een dividend uitgekeerd worden aan 15%. In het wetsontwerp dat op tafel lag zou daarvoor in concreto moeten gewacht worden tot het boekjaar 2024 vermits het kapitaal van € 18.550 in het gegeven voorbeeld pas in 2022 volledig is volstort en vanaf dan pas de wachttermijn van drie boekjaren zou beginnen lopen.